Linux heeft het niet gered op de desktop en gaat het niet redden ook, in dier voege dat Linuxgebruikers over het algemeen best tevreden zijn over Linux, maar geen goede argumenten hebben om anderen ervan te overtuigen ook over te stappen op Linux. Om het in marketingtermen te zeggen: het USP (Unique Selling Point) van Linux is dat het gratis is en dat is niet genoeg. Doordat de meeste computergebruikers huns ondanks niet zozeer een computer nodig hebben als wel een veredelde typemachine, maken ze maar zeer beperkt gebruik van hun computer en zal en kan het hun een rotzorg zijn welk besturingssysteem erop draait. “Besturingssysteem? Wat is dat?”
Verder is het zo dat de meeste PC's en laptops nog steeds de winkel uitgaan met Windows erop en dat de meeste winkeliers zo brutaal zijn dat ze je gerust een computer zonder besturingssysteem proberen te verkopen voor een hogere prijs: “omdat we Windows er af moeten halen en de schijf opnieuw moeten formatteren en dat is allemaal extra werk, zodoende.” Daarmee is het USP al meteen zodanig gedevalueerd dat je je zelfs kunt afvragen of het nog wel een SP is; wat is per slot van rekening het voordeel van gratis als je daardoor duurder uitbent? Nou?
Zelf gebruik ik Linux sinds 1997, kan ook 1998 zijn, toen een vriend tegen me zei: “Als je je computer een stuk sneller wilt maken, moet je Linux gaan gebruiken. En dan ben je ook meteen van die blauwe schermen af.” Weliswaar kende ik Linux niet, maar ik kende mijn vriend wel en had schoon genoeg van genoemde blauwe schermen, dus zo gezegd, zo gedaan. De eerste Linuxversie die ik probeerde, was Red Hat 5.0. Dat is toen nog een heel gedoe geworden, want omdat het bij mij allemaal nix mocht kosten, was mijn computer een uitverkoopje van Bart Smit, een Fujitsu-Siemens met een AMD K6 processor, en die werd niet helemaal ondersteund. Of hij had te weinig geheugen, wat op hetzelfde neerkwam, met als gevolg dat een andere vriend mij een aantal avonden achter elkaar kwam helpen om de boel geïnstalleerd te krijgen. Uiteindelijk is het hem gelukt en zo had ik mijn eerste dual bootable computer, met Linux en Windows 98.
Het heeft nog een aantal computers geduurd voordat ik het aandurfde Linux als enige besturingssysteem te installeren (Suse 10, meen ik mij te herinneren), waardoor ik eindelijk van dat vermaledijde Windows af was. En dan te bedenken dat ik in de loop van de tijd zo'n hekel aan Windows had gekregen dat ik zelfs op een ander besturingssysteem zou zijn overgestapt als mijn computer er langzamer van geworden was. Dat mijn definitieve overstap van DOS en Windows op Linux jaren in beslag genomen heeft, lag dus echt niet aan mij of mijn motivatie, maar wel degelijk aan Linux.
In principe had ik waarschijnlijk alles wat ik nog met DOS en Windows deed, ook wel met Linux kunnen doen, maar dan had ik mij er eerst uitgebreid in moeten verdiepen, waardoor mijn computer de taken misschien wel sneller zou kunnen uitvoeren, maar het door de leercurve ontstane tijdsverlies nooit meer goed zou kunnen maken. Anders gezegd: als je een deadline moet halen, heb je helemaal geen tijd om je met een Linuxstudie bezig te houden, zeker niet als je freelancer of ZZPjer bent.
Die leercurve is ook de oorzaak van het feit dat Linux het in het bedrijfsleven nooit echt gehaald heeft en ook bij particulieren niet heel erg populair is. Voor de meeste mensen is de computer een instrument, dat ze willen of moeten gebruiken en dat het gewoon moet doen zodra je het aanzet. Dankzij de PC zitten er tegenwoordig hordes managers briefjes te tikken die ze vroeger aan hun secretaresse overlieten, of te spelen met spreadsheets die eigenlijk voor de boekhouding horen te zijn. Doordat die managers daar in feite te duur voor zijn, is er hier sprake van kapitaalvernietiging, en als ze zich dan ook nog in de baas zijn tijd gaan zitten verdiepen in de mogelijkheden van het besturingssysteem, komt er helemaal geen werk meer uit hun handen. Als hun computer het niet doet, of niet doet wat ze willen, bellen ze de afdeling ICT en die lost het dan maar op, meestal door de computer snel even om te ruilen. Wat moet zo'n gebruiker met Linux? Tsja, dan zal het een keer sneller zijn dan Windows, en dan zal je er meer mee kunnen, maar wat dan nog? Voor de gemiddelde zakelijke gebruiker is de computer met Windows snel genoeg en die computer kan dan al van alles waar de gemiddelde zakelijke gebruiker helemaal geen behoefte aan heeft. Voor de gemiddelde particulier geldt mutatis mutandis hetzelfde.
Met Ubuntu kwam er een Linuxdistributie die de leercurve wat minder stijl maakte, zodat ook gemiddelde computergebruikers het met gemak konden installeren en er alles mee konden doen wat ze ook met Windows of Mac OS X konden doen. Nou en? Waarom zou je van besturingssysteem wisselen om hetzelfde te kunnen als je al kon? Nodeloos extra werk. Bovendien was de leercurve weliswaar minder stijl, maar nog wel degelijk aanwezig. De grap dat het boek 'Linux voor dummies' niet bestaat omdat Linux niet voor dummies is, heeft uitsluitend aan actualiteit ingeboet doordat het boek inmiddels allang wel bestaat, maar niet doordat Linux inmiddels wel voor dummies is. Boeken als 'Ubuntu for Non-Geeks' maken duidelijk dat ook Ubuntu in eerste instantie gewoon voor 'geeks', oftewel computerfanaten, is, afgevlakte leercurve of geen afgevlakte leercurve. Eigenlijk is Linux alleen leuk voor hobbyisten, maar als je merkt hoe leuk Linux is, word je vanzelf hobbyist, misschien?